Onttrekkingsverschijnselen bij de pasgeborene, na gebruik van SSRI-medicijnen

Van uw behandelend arts of psychiater heeft u medicatie voorgeschreven gekregen tegen angststoornissen en/of depressies (SSRI-medicatie). Als u deze medicijnen tijdens de zwangerschap gebruikt, komen deze medicijnen in kleine hoeveelheden ook bij de baby terecht. De baby ontvangt deze medicijnen via de navelstreng. Na de geboorte wordt de toevoer van die medicijnen aan de baby plotseling gestopt. Hierdoor kan de pasgeborene ontregeld raken. De verschijnselen die hierbij kunnen optreden, worden ook wel neonatale onttrekkingsverschijnselen genoemd. Het gaat hierbij niet om onthoudingsverschijnselen zoals bij een verslaving. Het heeft te maken met het bijstellen van de ‘thermostaat’ van de pasgeborene.

Onttrekkingsverschijnselen bij de pasgeborene treden meestal binnen 2 tot 4 dagen na de bevalling op. De verschijnselen duren maximaal 2 tot 4 weken. Hoe hoger de dosering van medicijnen die gebruikt is, hoe groter de kans is dat er verschijnselen optreden. Ook als de baby te vroeg geboren is, is de kans wat groter.

Meestal verdwijnen de verschijnselen vanzelf en is er geen behandeling nodig. De pasgeborene houdt er, voor zover bekend, niks aan over.

Meer informatie vindt u in de folder, die u via deze pagina kunt downloaden.