SL-letsel

Het polsgewricht is een complex gewricht. Het bestaat uit het spaakbeen (radius), de ellepijp (ulna) en 8 handwortelbeenderen (carpalia). Deze carpalia zijn met elkaar verbonden door gewrichtsbanden (ligamenten). Zij zorgen voor een vloeiend samenspel in de bewegingen en balans in de pols tussen de carpalia.

Het SL-ligament is de band tussen het scheepvormig en het maanvorming botje. Door dit ligament blijft het geheel bij elkaar tijdens de ingewikkelde bewegingen die wij kunnen maken met onze pols. Als dit scheurt, ontstaat er ruimte tussen de botjes die hierdoor abnormaal kunnen bewegen. Dit leidt tot instabiliteit in de pols. Als dit onbehandeld blijft, leidt dit tot aantasting van het gewrichtskraakbeen (artrose) van de pols.

Klachten en symptomen SL-letsel

SL-letsels kunnen op elke leeftijd voorkomen, maar worden het meest gezien na een trauma en bij oudere patiënten waarbij er meestal weinig tot geen klachten zijn. De typische klachten en symptomen zijn:

  • Pijnklachten aan de buitenzijde van de pols ter hoogte van het scaphoid. Met name bij het strekken van de pols treden deze klachten op;
  • Activiteiten als opdrukken, wringen en (zwaar) belasten van de pols verergeren de klachten;
  • Vaak is er een hoorbare en voelbare klik in de pols;
  • Instabiel gevoel in de pols en afname van de kracht;
  • In de loop van de tijd neemt de bewegelijkheid van de pols af en nemen de pijnklachten toe. Vaak is er dan ook een zwelling te zien aan de buitenzijde van de pols.

Diagnose en onderzoek

Het vaststellen van de diagnose SL-letsel gebeurt door uw orthopedisch chirurg gespecialiseerd in hand- en polschirurgie. Naast de anamnese kunnen de klachten meestal bij het lichamelijk onderzoek worden vastgesteld.

Afdelingen