Afwijkend uitstrijkje

Alle vrouwen tussen de 30 en 60 jaar krijgen een keer in de 5 jaar een oproep via het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker, om een uitstrijkje bij de huisarts te laten maken. Soms worden hierbij afwijkingen gevonden bij vrouwen die geen klachten hebben. Klachten van tussentijds bloedverlies, bloederige afscheiding of bloedverlies na het vrijen (gemeenschap) kunnen ook een reden zijn om een uitstrijkje te laten maken.

Voor verder onderzoek in geval van een afwijkend uitstrijkje kunt u een afspraak maken op de CIN-poli in Franciscus Gasthuis (CIN staat voor cervicale intra-epitheliale neoplasie) of op de polikliniek Gynaecologie in Franciscus Vlietland. Deze vervolgonderzoeken kunnen zijn:

  • Colposcopie. Hierbij wordt het slijmvlies van uw baarmoederhals verder onderzocht. Voor de ingang van de vagina wordt een colposcoop geplaatst. De Gynaecoloog kijkt hier doorheen en ziet het weefsel van de baarmoederhals vergroot. Als afwijkende plekjes zichtbaar zijn, wordt vaak een stukje weefsel weggehaald voor onderzoek.
  • Microcurretage. Het kan zijn dat de colposcopie niet lukt, omdat de overgangszone dieper in het baarmoederhalskanaal ligt. In dat geval wordt een microcurretage van de baarmoeder uitgevoerd. Door middel van een rietje met een zuigende werking worden stukjes weefsel uit de baarmoederhals verwijderd.
Afdelingen