Nazorg voor kind en gezin

Een ziekenhuisbezoek, opname of behandeling kan voor zowel de patiënt als voor het gehele gezin een stressvolle periode zijn geweest. Dit komt niet alleen door het medische stukje, maar ook doordat ze zich in een vreemde omgeving bevinden. De overgang van een medische omgeving naar huis kan samengaan met verschillende psychische reacties. Meestal zijn deze reacties tijdelijk, maar als ze langer dan een maand duren of erg intens zijn, kan dit wijzen op trauma-gerelateerde problemen. 

Ervaringen die in het algemeen als traumatisch worden beschouwd, kunnen door sommige kinderen als minder ingrijpend worden ervaren dan door anderen. Hoe een kind hiermee omgaat, verschilt per individu en is afhankelijk van factoren zoals leeftijd, ontwikkelingsniveau, aard van de ziekte, ziekenhuiservaring, sociale omstandigheden en de draagkracht en draaglast van het gezin. Het is daarom belangrijk om apart naar ieder individu te kijken. 

Hoe reageert iemand op een ziekenhuisopname?

Reacties bij patiënten (8 tot 12 jaar)
  • Terugval in ontwikkeling: Kinderen kunnen terugvallend gedrag vertonen, zoals bedplassen, duimzuigen of afhankelijk gedrag. Dit kan een reactie zijn op de stress van de ziekenhuisopname en hun gevoel van verlies van controle.
  • Nare herinneringen en angsten: Kinderen kunnen nare herinneringen hebben aan hun tijd in het ziekenhuis. Dit kan zich uiten in nachtmerries, flashbacks of plotseling opkomende herinneringen. Ze kunnen ook angstig zijn voor toekomstige medische situaties.
  • Slaapproblemen: Moeite met inslapen, doorslapen of nachtmerries zijn veelvoorkomende reacties. Het kind kan bang zijn om weer naar het ziekenhuis te moeten of nare dromen hebben over de opname.
  • Eetproblemen: Kinderen kunnen tijdens hun opname moeite hebben met eten, vaak door een gebrek aan eetlust of negatieve associaties met voedsel. Het is belangrijk om hen te ondersteunen bij het terugvinden van hun normale eetpatroon.
  • Chagrijnig of boos gedrag: Kinderen kunnen prikkelbaar zijn, snel boos worden of ongehoorzaam gedrag vertonen. Dit is vaak een manier om met hun angsten en frustraties om te gaan.
  • Zich afzonderen of juist aanhankelijker worden: Sommige kinderen trekken zich terug van familie en vrienden, terwijl anderen juist meer aandacht en nabijheid van hun ouders of verzorgers nodig hebben. Dit kan variëren van het niet willen praten over hun ervaringen tot aanhankelijk gedrag waarbij ze voortdurend bij een ouder willen zijn.
  • Verlies van interesse: Een kind kan minder plezier beleven aan activiteiten waar het vroeger van genoot. Dit kan komen door vermoeidheid, stress, of moeite om zich te concentreren op leuke dingen.
  • Fysieke klachten zonder medische oorzaak: Hoofdpijn, buikpijn of andere lichamelijke klachten kunnen soms optreden bij het kind, als een uiting van stress en angst.
  • Concentratieproblemen: Het kan voor kinderen moeilijk zijn om zich weer volledig te richten op schoolwerk of andere activiteiten, doordat hun gedachten afdwalen naar de ziekenhuiservaring of omdat ze nog lichamelijk herstellende zijn.
Reacties bij ouders

Ouders ervaren vaak ook een breed scala aan emoties tijdens en na de ziekenhuisopname van hun kind. Hieronder enkele veelvoorkomende reacties:

  • Angst en bezorgdheid: Ouders kunnen bang zijn dat de gezondheid van hun kind weer verslechtert of dat er complicaties optreden. Dit kan leiden tot overmatige waakzaamheid of het gevoel dat ze hun kind voortdurend in de gaten moeten houden.
  • Schuldgevoel: Ouders kunnen zich schuldig voelen over de ziekte van hun kind, vooral als ze het gevoel hebben dat ze meer hadden kunnen doen om de ziekenhuisopname te voorkomen.
  • Prikkelbaarheid en stress: De druk van de zorg voor een ziek kind kan leiden tot prikkelbaarheid, stress en conflicten in het gezin. Dit is vooral het geval als de ouders zelf ook nog aan het herstellen zijn van de emotionele tol die de ziekenhuisopname heeft geëist.
  • Slapeloosheid en eetproblemen: Net als bij kinderen, kunnen ouders ook moeite hebben om goed te slapen of te eten door de aanhoudende stress en zorgen.
  • Verlies van overzicht: Het dagelijks leven kan chaotisch aanvoelen, vooral als de opname plotseling was of langer duurde dan verwacht. Het is voor ouders vaak moeilijk om de normale routine weer op te pakken en alle verantwoordelijkheden in balans te houden.
  • Emotionele uitputting: De combinatie van slapeloosheid, zorgen en schuldgevoel kan ouders emotioneel uitgeput maken. Dit kan leiden tot gevoelens van machteloosheid of het idee dat ze "op de automatische piloot" werken.
Reacties bij broers en zussen

Broers en zussen kunnen na de ziekenhuisopname ook psychische gevolgen ervaren. 

  • Buitengesloten of onbegrepen: Vaak voelen ze zich buitengesloten of onbegrepen omdat de meeste aandacht naar hun zieke broer of zus gaat.
  • Jaloezie en aandacht: Door tijdelijk minder aandacht kunnen er gevoelens van jaloezie of schuld opwekken. Het kind kan dan ook zowel op positieve of negatieve manier meer aandacht vragen.
  • Angst: Broertjes en zusjes kunnen zelf ook bang zijn dat hun broer of zus nog steeds ziek is of dat zij zelf ziek kunnen worden.

Tips voor thuis

Voor kinderen
  • Creëer een gevoel van veiligheid en geborgenheid: Zorg ervoor dat het kind zich thuis veilig voelt door rust en stabiliteit te bieden. Geef het kind de ruimte om zijn emoties te uiten en zorg voor een warme en liefdevolle omgeving.
  • Geduld hebben: Kinderen kunnen zich onhandelbaar gedragen of zich anders gedragen dan je gewend bent. Dit kan een gevolg zijn van de stress en emoties die ze hebben ervaren tijdens hun opname. Probeer geduldig te blijven en te begrijpen dat dit gedrag tijdelijk is.
  • Structuur en routine: Hoewel kinderen de tijd moeten krijgen om te wennen aan de thuissituatie, kan het helpen om langzaam de dagelijkse routine weer op te pakken. Dit geeft het kind houvast en een gevoel van normaliteit.
  • Spelverwerking: Rollenspel stelt hen in staat om controle terug te winnen door gebeurtenissen na te spelen, waardoor ze veerkracht ontwikkelen en geleidelijk trauma's leren begrijpen en verwerken. D.m.v. schrijf en tekenmateriaal kunnen ze hun gevoel uiten op papier. Boeken met verhalen over vergelijkbare situaties kunnen kinderen helpen zich begrepen te voelen en inzicht te geven in hun gevoelens.
Voor ouders
  • Ondersteuning omgeving: Zorg dat je als ouder niet alles zelf draagt. Vraag hulp van vrienden, familie of professionele ondersteuning.
  • Begrip voor eigen emoties: Wees bewust van je eigen gevoelens als ouder. Het is normaal om je overweldigd, angstig of schuldig te voelen. 
Broers en zussen
  • Gezinscommunicatie versterken: Zorg ervoor dat alle gezinsleden, inclusief broers en zussen, de kans krijgen om hun gevoelens en zorgen te delen. Geef de ruimte om vragen te stellen. Dit versterkt de band binnen het gezin en helpt om samen door deze periode heen te komen.
  • Betrek broers en zussen: Zij kunnen zich ook bezorgd, jaloers of verwaarloosd voelen. Geef hun extra aandacht en leg uit wat er met hun broer of zus is gebeurd op een manier die bij hun leeftijd past. Broers en zussen kunnen ook meedoen in de spelverwerking. 

Wanneer zoekt u professionele hulp?

Als er na thuiskomst langdurige emotionele problemen optreden, kan professionele hulp nuttig zijn. Neem contact op met de huisarts wanneer:

Uw kind een maand na de ziekenhuisopname

  • Nog steeds overmatig angstig, bedroefd of bezorgd is.
  • Slecht slaapt.
  • Niet of nauwelijks eet.
  • Erg aanhankelijk of huilerig is.
  • Niet meer naar school wilt of niet meer kan meekomen.
  • Niet meer meedoet of geniet van gebruikelijke dingen of activiteiten. 

Als u als ouder een maand na de ziekenhuisopname

  • Nog zeer regelmatig terugdenkt aan wat er is gebeurd en dit u beperkt.
  • Geen plezier of interesse meer heeft in de gebruikelijke dingen of activiteiten.
  • Zich overmatig zorgen maakt over uw kind.
  • Slecht slaapt.
  • Niet of nauwelijks eet.

Conclusie

Dit zijn voorbeelden van reacties die zich kunnen voordoen. Ervaart u andere reacties of treden de bovenstaande reacties juist pas na langere tijd op en maakt u zich zorgen? Kijk dan op www.nahetziekenhuis.nl en neem indien nodig contact op met uw huisarts. De huisarts kan u doorverwijzen naar zorgverleners, zoals psychologen, POH-GGZ en maatschappelijk werk, die professionele ondersteuning kunnen bieden. Met een psycholoog kan er gepraat worden over waar u of uw kind bang, boos, of verdrietig om is. Samen wordt er gekeken naar hoe u of uw kind zich beter kan voelen.