Longkanker
In Nederland wordt per jaar bij ruim 13.000 mensen longkanker vastgesteld. Na prostaatkanker is dit de meest voorkomende soort kanker bij mannen. De laatste jaren komt longkanker ook steeds vaker bij vrouwen voor, terwijl het aantal mannen met longkanker iets daalt. Longkanker komt bij mannen vooral tussen de 65 en 80 jaar voor en bij vrouwen vooral tussen de 55 en 80 jaar.
Door de langdurige inwerking van prikkels veroorzaakt door schadelijke stoffen, ontstaan er veranderingen in het genetisch materiaal van de cellen in de longen. Daardoor ontsporen deze cellen uiteindelijk. De onbelemmerde celgroei gaat ten koste van weefsel in de omgeving. Het kan gebeuren dat deze cellen zich via de lymfeklieren en de bloedbaan verplaatsen naar andere delen van het lichaam en daar uitgroeien tot uitzaaiingen van longkanker.
Verschillende vormen longkanker
-
Niet-kleincellig longkanker
Deze kanker bestaat uit grote cellen, die zich meestal minder snel uitzaaien door de rest van het lichaam. Tussen het ontstaan van longkanker en het tijdstip waarop dit wordt vastgesteld, liggen vaak vele maanden. In die periode kan de tumor zich uitzaaien door het lichaam. Daardoor wordt bij veel patiënten met deze vorm van longkanker toch al uitzaaiingen gevonden. Deze vorm komt bij circa 70% van de mensen met longkanker voor. Binnen dit grootcellig celtype bestaat weer een onderverdeling die soms van belang is bij de behandeling. -
Kleincellig longkanker
Deze kanker bestaat uit kleine cellen die zich snel delen, in het omliggende weefsel groeien en uitzaaien. Door de snelheid van de kankergroei zijn vaak al uitzaaiingen op het moment dat klachten ontstaan. Deze vorm komt bij circa 20% van de mensen met longkanker voor. -
Zeldzame vormen van longkanker
Een voorbeeld van een zeldzamere vorm is longvlieskanker (mesothelioom). Dit is een vorm van kanker die vrijwel uitsluitend ontstaat door blootstelling aan asbest. De asbestvezels dringen in het longvlies aan de buitenzijde van de long en zetten daar cellen aan tot kwaadaardige groei.