Implantaat, plaatsen van een

Een implantaat kunt u het beste vergelijken met een kunstwortel. Een implantaat vervangt een afwezige tandwortel en wordt als schroef in de kaak aangebracht. Het implantaat wordt in het kaakbeen aangebracht en vergroeit daar met het botweefsel en de andere weefsels. Implantaten worden gemaakt van een lichaamsvriendelijk materiaal zoals titanium (over afstoting of allergische reactie is nog niets bekend). Een implantaat biedt houvast voor een kroon, brug of overkappingsprothese.

In principe kan bij iedereen met volgroeid kaakbot (18 jaar) een implantaat worden geplaatst, maar dan moet u wel aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • U moet voldoende kaakbot hebben voor de verankering van de implantaten;
  • uw kaakbot moet gezond zijn;
  • het tandvlees en resterende tanden moeten een goede conditie hebben;
  • u moet bereid zijn de aangebrachte voorzieningen goed te onderhouden.

Voor het aanbrengen van de implantaten wordt de gebitstoestand van de patiënt zorgvuldig onderzocht. In sommige gevallen moet overwogen worden of het inbrengen van implantaten een goede optie is, zoals bij patiënten die knarsetanden, verhoogd bloedingsrisico hebben of hart-, lever-, of nieraandoeningen hebben. Er wordt een röntgenfoto gemaakt om te beoordelen of u voldoende kaakbot heeft. Tegenwoordig is het mogelijk nieuw kaakbot te laten ontstaan op plaatsen waar er te weinig van is.