De bevalling

Uw bevalling vindt plaats in één van onze kraamsuites. Bij aankomst op de kraamsuite wordt u verwelkomd door een gespecialiseerd verpleegkundige of kraamverzorgende. De verpleegkundige of kraamverzorgende verricht een aantal controles bij u, zoals uw temperatuur, pols en bloeddruk en we luisteren naar het hartje van uw baby. Als het nodig is maken we ook nog een echo. Daarnaast stelt zij u nog een aantal vragen over eventueel medicijngebruik, allergieën en vraagt het telefoonnummer van een contactpersoon.

Hoe begint een bevalling?

De bevalling kan op meerdere manieren beginnen. Meestal begint de bevalling met weeën, maar het breken van de vliezen of bloedverlies kunnen ook tekenen zijn van het begin van uw bevalling. Een bevalling is elke keer en bij iedere vrouw weer anders. Toch is er een aantal algemene dingen, waaraan te merken is dat de bevalling niet lang meer op zich zal laten wachten. 

Verliezen van de slijmprop

Bij het begin van de ontsluitingsfase kunt u een slijmprop verliezen uit de baarmoedermond. Dit geeft wat rode of bruine slijmerige afscheiding. Wel is het zo dat het verliezen van een slijmprop niet altijd betekent dat de bevalling snel begint. Het kan nog geruime tijd duren voordat de bevalling echt op gang komt.

Weeën

Weeën zijn regelmatige samentrekkingen van de baarmoeder en vaak een eerste aanwijzing dat de bevalling op gang komt. In het begin zijn de weeën nog onregelmatig, bijvoorbeeld iedere 10 á 20 minuten en ze duren niet langer dan 15 tot 30 seconden. Goede ontsluitingsweeën komen om de twee á drie minuten en duren 40 tot 60 seconden. Weeën ontstaan vaak als je rustig bent en gaan niet meer weg tot de baby geboren is.

Het volgen van een zwangerschapscursus kan u helpen in de voorbereiding van de bevalling of bij het opvangen van de weeën. Als u een cursus wilt volgen kunt u dit bespreken met uw eigen verloskundige of via het internet zoeken naar een cursus die het beste bij uw situatie past.

Vruchtwaterverlies

Wanneer u vocht verliest waarover u geen controle heeft, kan het zijn dat de vliezen zijn gebroken. Normaal gesproken is vruchtwater helder of grijs-wit van kleur met witte vlokjes erin. De vlokjes zijn huidschilfers met een talgachtige substantie erop. Het vruchtwater kan ook verkleuren. Het kan groen of bruin worden als er wat ontlasting van het kind in terechtkomt. Het kan rood worden door bijmenging van wat bloed. Neem wanneer u onder controle bent bij de gynaecoloog altijd contact op met het ziekenhuis. Ook wanneer dit ’s nachts gebeurt. Bent u niet onder controle van een gynaecoloog, volg dan de richtlijnen van uw verloskundige op.

Harde buiken

Tijdens uw zwangerschap kunt u last hebben van harde buiken. Soms is het moeilijk harde buiken en weeën te onderscheiden. Harde buiken kunnen voorkomen in de zwangerschap maar geven geen ontsluiting. Weeën doen dat wel. Ze ontstaan vaak na inspanning bijvoorbeeld na een drukke dag. Ze kunnen lang aanhouden, maar nemen uiteindelijk ook weer af. Harde buiken zijn niet pijnlijk, maar soms wel vervelend.

Fasen van een bevalling

Iedere zwangere vrouw beleeft haar bevalling op haar eigen manier. Wel verlopen de meeste bevallingen volgens dezelfde fasen.

Tijdens de bevalling zijn meerdere houdingen mogelijk, zoals liggend op het bed, maar ook staand, rondlopend of onder de douche. In ons ziekenhuis kunt u daarnaast ook gebruik maken van verschillende middelen die prettig en ondersteunend kunnen zijn tijdens de bevalling, zoals de baarkruk, pinda (om tussen de benen te leggen) en skippybal.

Fase 1: voorbereidingsfase
Fase 2: latente fase
Fase 3: ontsluitingsfase
Fase 4: uitdrijvingsfase
Fase 5: nageboorte

Fase 1: voorbereidingsfase

De voorbereidingsfase is de geleidelijke overgang van zwangerschap naar de bevalling. Dit gebeurt vaak door voorweeën en harde buiken, die soms best een tijdje kunnen aanhouden. Het kan een vervelend gevoel zijn. Deze voorweeën kunt u tijdens de laatste weken van uw zwangerschap ervaren. Ze zijn vaak onregelmatig en zorgen voor veranderingen van de baarmoedermond. Dit kan ook tot wat ontsluiting leiden, vaak zo’n 1 à 2 centimeter, maar dat is niet altijd het geval.

Fase 2: latente fase

In de latente fase zijn de echte weeën begonnen en komen ze steeds regelmatiger en volgen elkaar steeds sneller op, met minimaal 2 weeën per 10 minuten. De bevalling is nu echt begonnen. Het zijn wel nog beginnende weeën, die nog gemakkelijk op te vangen zijn; U kunt ze nog goed opvangen en u krijgt tussendoor genoeg pauze om even bij te komen. Door deze weeën verstrijkt de baarmoedermond en ontstaat 2 tot 3 centimeter ontsluiting.

Fase 3: ontsluitingsfase

In deze fase nemen de weeën in kracht toe. De ontsluitingsweeën zorgen ervoor dat uw baarmoedermond ver genoeg open gaat (10 cm) om uw baby geboren te laten worden. Dat wordt ‘ontsluiting’ genoemd. De ontsluitingsweeën duren langer (1 tot 1,5 minuut) dan voorweeën en komen regelmatig, zo om de 3 tot 5 minuten. U voelt ze als een pijnlijke kramp door uw hele bekkengebied. De één voelt ze meer in de buik, de ander in de rug. Sommige vrouwen voelen ze (ook) in hun benen. De weeën worden krachtiger en pijnlijker naarmate de ontsluiting vordert. Tijdens de laatste centimeters ontsluiting (8-10 cm) zijn ze het heftigst.

Fase 4: uitdrijvingsfase

De uitdrijvingsfase start wanneer u 10 centimeter ontsluiting heeft bereikt en u persweeën krijgt. De ontsluitingsweeën gaan over in persweeën. Soms kan de overgang ook samen gaan met een periode waarin de weeën minder frequent zijn. De persweeën zorgen ervoor dat uw lichaam u helpt uw baby geboren te laten worden. Wanneer uw baby geboren is, leggen we hem of haar direct op uw blote buik/borst.

Fase 5: nageboorte

Direct na de geboorte van uw baby wachten we op de geboorte van de placenta. Bij 95% van de vrouwen komt de placenta binnen 15 minuten na de geboorte van de baby. Om de placenta geboren te laten worden geven we u een oxytocine injectie en moet u een keer meepersen.

Bevallen in een verlosbad

In Franciscus kun je in bad bevallen. Als je in een verlosbad wilt bevallen, kun je dit bespreken met jouw eigen verloskundige of gynaecoloog. Zij kunnen je uitleggen wat je kan verwachten.

Soms mag je niet in bad bevallen vanwege de veiligheid van jou en je baby. Bijvoorbeeld als je een morfine pijnpompje of ruggenprik hebt. Jouw verloskundige of gynaecoloog kan met je bespreken of er een reden is om niet in bad te bevallen of maar een gedeelte van de bevalling. 

Lees voor meer informatie onze folder 'Bevallen in bad'

Complicaties tijdens de bevalling

Tijdens een bevalling kunnen complicaties optreden. Hieronder vindt u een aantal complicaties die voor kunnen komen tijdens de bevalling.

  • De bevalling gaat niet vooruit. Ondanks krachtige weeën wordt uw baby niet geboren. Dit kan komen doordat uw kind aan de grote kant is of dat het hoofdje te ongunstig ligt. Een te nauw geboortekanaal, zwakke weeën of uitputting bij de moeder kunnen ook een rol spelen.
  • (Dreigend) zuurstoftekort bij uw baby. De bevalling kan te veel vragen van uw baby. Zijn hartslag kan achteruitgaan. Om zuurstoftekort te voorkomen kan ingrijpen nodig zijn.
  • Een aandoening bij u, waarbij weeën of persen niet gewenst zijn. Bij sommige aandoeningen van het hart, de longen of het zenuwstelsel kan lang krachtig persen een risico vormen voor u. Het gebruik van een vacuümpomp kan de duur van de persfase verkorten en dit risico verkleinen.
  • Als de weeën niet sterk genoeg zijn om tot volledige ontsluiting te komen of om te persen spreekt men van weeënzwakte. Via een infuus wordt medicatie (oxytocine) toegediend die voor krachtige weeën zorgen.
  • Een heel klein aantal baby's raakt tijdens de bevalling besmet met de bacterie 'Groep-B-Streptokokken'. Deze bacterie bevindt zich soms in de vagina (schede) van de moeder. Dit kan meestal geen kwaad, maar in enkele gevallen wordt de baby ziek. Lees hier meer informatie over de Groep-B-Streptokokken

Bij sommige complicaties is het nodig om een hulpmiddel in te zetten om uw baby sneller en gezond geboren te laten worden. 

Vacuümextractie
Bij een vacuümextractie plaatst de gynaecoloog een metalen of plastic cupje op het hoofdje van de baby. Door de lucht uit de cup weg te pompen, zuigt het zich vast aan het hoofdje. Als er dan een wee komt, kan de gynaecoloog helpen de baby geboren te laten worden door mee te trekken.

Knip
Het kan nodig zijn om de opening waar de baby doorheen moet, iets wijder te maken door een knip te geven. De medische term hiervoor is ‘episiotomie’. Dit gebeurt, evenals het hechten, onder plaatselijke verdoving.

Keizersnede
Wanneer de baby niet via de natuurlijke weg geboren kan worden of wanneer snelheid een vereiste is, komt de baby operatief ter wereld. Lees hier meer over een keizersnede

Totaalruptuur
Tijdens een bevalling kan de huid en/of het onderliggende weefsel van de vagina scheuren, dit heet een ruptuur. Bij een totaalruptuur is ook de kringspier van de anus geheel of gedeeltelijk doorgescheurd, soms tot in de darm. Bij ongeveer 2 van de 100 bevallingen ontstaat een totaalruptuur. De kans is het grootst bij een eerste bevalling.

Een totaalruptuur moet altijd worden gehecht. Dit gebeurt meestal op de operatiekamer onder volledige verdoving of met een ruggenprik. De meeste vrouwen herstellen volledig na een totaalruptuur en kunnen bij een eventuele volgende zwangerschap weer vaginaal bevallen. Een klein deel van de vrouwen die een totaalruptuur hebben gehad, blijft moeite houden met het ophouden van winden en heel soms met het ophouden van de ontlasting. In ons ziekenhuis hebben wij een speciaal spreekuur voor vrouwen bij wie de bevalling is gecompliceerd door een totaalruptuur. De maag-, darm-, leverarts en de gynaecoloog zien de vrouw 6 maanden na de bevalling om te beoordelen of de wond goed is genezen en of er klachten zijn. Ook wordt op dit spreekuur advies gegeven over eventuele toekomstige bevallingen. 

Na de geboorte

De eerste momenten na de bevalling zijn erg belangrijk voor een goede hechting tussen moeder en baby, vooral het eerste uur na de bevalling. Dit wordt ook wel het ‘gouden uur’ genoemd. In Franciscus zijn we ons bewust van het belang van dit uur en streven we dit bij alle moeders na. Helaas kan dit belangrijke moment soms vanwege medische handelingen anders verlopen dan gehoopt. Ook in deze situaties proberen er voor moeder en baby te zijn en zo een verschil te maken voor de ouders en baby’s die deze ervaring moeten missen. We gaan hier graag het gesprek met u over aan.

Borstvoeding

Als u borstvoeding geeft wordt ernaar gestreefd uw baby binnen één uur aan de borst te leggen. Op een gegeven moment wordt de baby door de verpleegkundige of kraamverzorgende, in overleg met u, gewogen en aangekleed. Heel soms wordt de baby ook gewassen. Gedurende uw verblijf in het ziekenhuis letten de verloskundige en de kinderarts onder andere op de temperatuur van uw baby. Zodra uw conditie het toelaat kunt u zelf, of eventueel samen met uw partner, de baby baden en verzorgen. In Franciscus staat ons borstvoedingsteam klaar om u te helpen met borstvoeding.

Wanneer naar huis?

Het is belangrijk dat u ongeveer binnen vier uur na de bevalling geplast heeft. Met een volle blaas kan de baarmoeder namelijk niet goed samentrekken, waardoor u meer gaat vloeien. Bij een poliklinische bevalling zonder complicaties gaat u in de meeste gevallen na 2 uur dezelfde dag nog naar huis, ook als u in de avond of ’s nachts bent bevallen. Soms is het nodig om tijdelijk te verblijven op de Kraamafdeling.

Verblijf als gezonde moeder

Soms komt het voor dat de kinderarts besluit om uw kindje na uw (poliklinische) bevalling in ons ziekenhuis langer te observeren. Tijdens de opname kunt u als gezonde moeder in ons ziekenhuis verblijven. Zo heeft u de mogelijkheid om dicht bij uw kind te zijn. Aan uw verblijf in ons ziekenhuis zijn wel kosten verbonden. Deze verblijfskosten, als gezonde moeder, brengen wij in rekening bij uw zorgverzekeraar. Afhankelijk van uw verzekering kan het kan zijn dat uw verzekeraar hiervoor het (verplichte) eigen risico in rekening brengt.

Vroeggeboorte

In Nederland wordt 7% tot 8% van alle baby's te vroeg geboren. Vaak is de oorzaak van vroegtijdige weeën en vroeggeboorte onbekend. Uw voorgeschiedenis speelt een rol bij de kans op vroeggeboorte. Zo is er na een te vroege bevalling bij een vorige zwangerschap meer kans om in een volgende zwangerschap te vroeg te bevallen. De behandeling van een dreigende vroeggeboorte is afhankelijk van de duur van uw zwangerschap, uw conditie en die van uw kind, en natuurlijk van de mate van ontsluiting.

Soms heeft een baby intensievere zorg nodig dan in ons ziekenhuis gegeven kan worden, bijvoorbeeld als de baby voor de 32 weken geboren dreigt te worden. Vrijwel altijd gaat u dan naar het Erasmus MC Rotterdam. Als daar geen plaats is, wordt er gezocht naar het dichtstbijzijnde gespecialiseerde ziekenhuis waar wel plek is. Dit is helaas vaak buiten de regio. Overplaatsing gebeurt met de ambulance.

Lees hier het artikel 'De kleinste helden binnen Franciscus' in ons magazine SAMEN.

De kraamsuite

In de kraamsuite kunt u in alle rust bevallen en herstellen van uw bevalling. De kraamsuite is van alle gemakken voorzien en heeft u een mooi uitzicht over Rotterdam. In de suite staat een bevalbed en een verrijdbaar babybedje. Op de commode staat een weegschaal, een aankleedkussen met een warmtelamp en spullen om uw pasgeboren baby te verzorgen.

Elke kraamsuite heeft een eigen badkamer met douche en toilet, een televisie en een koelkastje. Ook is er voldoende kastruimte voor uw kleding en andere persoonlijke spullen. Ook staat er een stoel die u kunt uitklappen tot een comfortabele slaapbank. 

Uw bezoek kunt u ontvangen met een kopje koffie of thee. In de suite staan kopjes en glazen, een thee- en koffiekan, suiker, melk en theezakjes. 

External video URL
Pijnstilling (24/7) tijdens de bevalling

Bevallen kan pijnlijk zijn. De mate waarin u de pijn kunt verdragen hangt van veel zaken af, waaronder vermoeidheid of angst. Tijdens de bevalling maakt uw lichaam zelf pijnstilling aan. Dit heet endorfine. Endorfine zorgt ervoor dat u de pijn beter kunt verdragen. Angst remt de productie van endorfine. Dus hoe minder angst u heeft, hoe meer endorfine u aan zult maken en hoe meer u zich kunt ontspannen.

Om beter te kunnen omgaan met pijn tijdens de bevalling kan dit helpen:

  • laat u steunen door uw partner of iemand anders;
  • rustig ademhalen en ontspannen;
  • een warme douche of bad nemen;
  • uzelf kleine stroomstootjes geven (met een TENS apparaat).

Mocht u om welke reden dan ook meer pijnstilling willen, dan kunt u dat aangeven. Het is goed om u alvast te verdiepen in de verschillende mogelijkheden van pijnstilling tijdens uw bevalling. Dan weet u wat mogelijk is en wat de voor- en nadelen zijn. Als u tijdens de bevalling pijnstilling wilt krijgen, zal uw verloskundige of gynaecoloog in het ziekenhuis met u bespreken welke vorm(en) van pijnstilling voor uw situatie het meest geschikt zijn.

Verschillende vormen van pijnstilling

In Franciscus zijn 24 uur per dag verschillende vormen van pijnstilling mogelijk. Vaak wordt gebruik gemaakt van het zogenaamde ‘pijnpompje’. Hierbij krijgt u een infuus waarbij u zelf, met een drukknopje, een dosis pijnstilling (remifentanyl, een morfine-achtige stof) kunt toedienen. Hiermee is de pijn niet 100% verdwenen, maar bereikt u wel naast de pijnstilling een zekere ontspanning. Vrouwen zijn hier heel tevreden over.

Daarnaast kunt u kiezen voor een ruggenprik. Bij de ruggenprik spuit de anesthesioloog via een dun slangetje (katheter) verdovingsvloeistof in de ruimte tussen de ruggenwervels: de epidurale ruimte. Hier lopen zenuwen die pijnprikkels van de baarmoeder en de bekkenbodem vervoeren. Als deze zenuwen worden uitgeschakeld, voelt u de pijn van de weeën niet meer. Behalve de pijnzenuwen lopen in deze ruimte ook zenuwen die de spieren in het onderlichaam aansturen. Na een ruggenprik kan dus ook de spierkracht in de benen tijdelijk afnemen. Bovendien krijgt u minder gevoel in benen en onderbuik.

In Franciscus Gasthuis maken we geen gebruik van lachgas.

Film ‘Jouw bevalling: Hoe ga je om met pijn?’

Bekijk deze film en hoor van andere moeders wat hun verwachtingen waren, hoe zij zich hebben voorbereid en hoe hun bevalling uiteindelijk is gegaan. Ook zijn in de film verschillende professionals aan het woord. Zij leggen uit wat baringspijn is en hoe u hiermee om kunt gaan. Bekijk hier nog meer voorlichtingsvideo's over pijnbestrijding