Urineweginfecties bij kinderen
Er zijn 2 soorten urineweginfecties: een blaasontsteking en een nierbekkenontsteking. Een blaasontsteking is een infectie van de lagere urinewegen. Een opstijgende infectie naar de hogere urinewegen kan leiden tot een nierbekkenontsteking.
Blaasontsteking
Een blaasontsteking komt door bacteriën in de blaas. Vaak is ook de plasbuis ontstoken. Bacteriën kunnen makkelijk in de blaas komen, omdat er veel bacteriën in de schaamstreek zijn. Als ze eenmaal in de blaas zijn, groeien ze daar makkelijk.
Wat merkt u aan uw kind bij een blaasontsteking?
- Baby’s met een blaasontsteking drinken slecht en zijn vaak boos. Ook kunnen zij koorts hebben of overgeven.
- Oudere kinderen plassen vaak kleine beetjes en het plassen kan pijn doen. De plas is wat troebel en ruikt vaak anders.
- Soms merkt uw kind niks van de blaasontsteking.
Nierbekkenontsteking
Een nierbekkenontsteking is een infectie die komt door het opstijgen van bacteriën uit de blaas. Er zijn een aantal factoren die het risico op een nierbekkenontsteking kunnen vergroten, zoals bijvoorbeeld aangeboren afwijkingen van de nieren/urinewegen, waardoor de urine minder makkelijk kan afstromen.
Ook verstoppingsklachten van de darmen (obstipatie) kunnen een rol spelen bij zowel blaas- als ook nierbekkenontstekingen, omdat de urine moeilijker kan wegvloeien en bacteriën makkelijker in de blaas/urinewegen kunnen komen (minder makkelijk worden weggespoeld).
Wat merkt u aan uw kind bij een nierbekkenontsteking?
- Een nierbekkenontsteking geeft pijn in de rug.
- Uw kind kan koorts en koude rillingen krijgen. Soms heeft uw kind alleen maar koorts.
- Misschien moet uw kind overgeven.