Buitenbaarmoederlijke zwangerschap
Bij een buitenbaarmoederlijke zwangerschap (EUG) nestelt een bevruchte eicel zich buiten de baarmoederholte in. Dit gebeurt bij minder dan 1 op de 100 zwangerschappen. Meestal ontstaat een buitenbaarmoederlijke zwangerschap in de eileider. Heel zelden gaat het om een tweelingzwangerschap waarbij 1 vrucht innestelt in de baarmoeder en 1 daarbuiten.
In het begin merkt u niet veel van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Tussen week 5 en 12 van de zwangerschap kunt u bloed verliezen en pijn hebben in uw onderbuik. Dit kan lijken op een abnormale of late menstruatie of op een miskraam.
Het is gevaarlijk als de eileider scheurt waardoor bloed in de buikholte komt. Dit geeft plotseling veel buikpijn met schouderpijn en het voelt alsof u naar de wc moet zonder dat er iets komt. Ook kunt u in een shock raken met misselijkheid, braken, snelle pols, transpireren en flauwvallen. Neem in deze situatie altijd contact op met uw gynaecoloog.
Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap kan nooit worden voldragen en de bevruchte eicel kan niet alsnog naar de baarmoeder verplaatst worden. Er zijn 3 behandelingen mogelijk:
- afwachten tot het lichaam de zwangerschap zelf afbreekt.
- een injectie met een medicijn (methotrexaat) dat uw lichaam helpt om de zwangerschap af te breken.
- een operatie aan de eileider waarin de buitenbaarmoederlijke zwangerschap zit.
Uw gynaecoloog bespreekt met u wat voor u de beste behandelingen zijn. Soms is 1 behandeling duidelijk het beste. De gynaecoloog vertelt dit dan. Soms kunt u kiezen. Deze tabel kan daarbij helpen.