Verdoving naast narcose
Tijdens het pre-operatieve spreekuur stelde de anesthesioloog voor om tijdens de operatie gebruik te maken van een epidurale katheter. Dit is een extra verdoving naast de algehele verdoving (narcose).
In tegenstelling tot de ‘gewone’ ruggenprik, kunt u bij deze verdoving beide benen blijven bewegen. Tijdens de operatie krijgt u pijnstilling door het slangetje. Na de operatie wordt een pomp aangesloten die u pijnstilling geeft. Een verpleegkundige van de Acute Pijn Service controleert iedere dag de pomp en aansluiting. Twee tot vijf dagen na de operatie wordt de pomp stopgezet en wordt het slangetje verwijderd.