Besnijdenis (circumcisie)

Bij een besnijdenis (circumcisie) wordt de voorhuid van uw penis verwijderd. De voorhuid is de huid die de kop van de penis (de eikel) bedekt. Een circumcisie bij volwassenen wordt meestal onder plaatselijke verdoving verricht. Bij kinderen altijd onder volledige narcose.

Bij de ingreep wordt de huid van uw penis gedesinfecteerd en wordt het operatiegebied met steriele doeken afgedekt. Vervolgens wordt met enkele prikken ter hoogte van de basis van de penis een plaatselijke verdoving aangebracht. Daarna wordt gedurende een kwartier gewacht, totdat de verdoving goed is ingewerkt. Nadat getest is of de verdoving  goed werkt, wordt een gedeelte van de voorhuid weggesneden. Hierdoor ontstaan 2 wondrandjes, namelijk bij de eikel (binnenblad) en bij de huid op de penis (buitenblad).  Deze wondrandjes worden met oplosbaar hechtmateriaal aan elkaar gehecht. Hierna  wordt de wond zodanig verbonden dat u nog wel kunt plassen.