Afweeronderdrukkende medicijnen en vaccinaties

Patiënten met de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, reumatische of dermatologische aandoeningen worden soms behandeld met afweeronderdrukkende medicijnen. Voorbeelden van deze medicijnen zijn onder andere azathioprine, purinethol, infliximab, adalimumab, vedolizumab, rituximab, methotrexaat en prednison.

Als u met deze medicijnen wordt behandeld, is uw afweer minder actief. Dat betekent dat u een verhoogd risico loopt op infecties en dat bepaalde infecties vervelend kunnen verlopen of lastig te behandelen zijn.

Het is mogelijk om u met vaccinaties te beschermen tegen een aantal van deze infecties. Omdat de afweeronderdrukkende medicijnen de werking van vaccinaties soms kunnen belemmeren, is het aan te raden om u te laten informeren over de mogelijke vaccinaties. Het liefst doet u dit al vóórdat u begint met de afweerremmende medicijnen.

Bekijk de video over biologische medicijnen en small molecules