
Gerard van der Veer vertelt over diabetes type 2
Bij Gerard van der Veer is diabetes type 2 vastgesteld. Dit betekent dat het lichaam te weinig insuline aanmaakt of minder goed reageert op insuline.
‘Mijn bloedsuiker bleek veel te hoog’
‘Ik had opeens heel veel dorst. Ik dronk een hele fles water leeg, maar kreeg mijn dorst niet gelest. Mijn bloedsuiker bleek veel te hoog. De huisarts verwees me naar de internist in het Franciscus Vlietland. Ik begon met medicatie en ging na twee jaar over op het spuiten van insuline. Maar mijn bloedsuikerwaarden bleven problematisch. Sinds een aantal maanden draag ik dag en nacht een insulinepomp, een klein apparaatje dat regelmatig een kleine hoeveelheid insuline afgeeft.
Sinds ik de pomp heb, let ik bewuster op mijn voeding. Ik voer het aantal koolhydraten in mijn voeding in de pomp in en meet minimaal vier keer per dag mijn bloedsuiker. De pomp berekent de insulinedosis. De diabetesverpleegkundige leest maandelijks via de computer de pomp uit, daarvoor hoef ik niet naar het ziekenhuis. Ze kan precies zien wanneer ik hoge of juist lage waarden heb. In overleg stellen we de insulinedosering bij.
Als mijn bloedsuiker te laag wordt, kan ik een ‘hypo’ krijgen. Ik krijg dan gele vlekken in mijn ogen en ga bibberen. Dat is echt een rotgevoel. En ik krijg enorme trek; het liefst eet ik een heel brood op. De diëtiste heeft me geleerd dat ik beter een colaatje kan drinken, daarin zitten kortwerkende suikers die snel worden opgenomen. Vroeger werkte ik op de ambulance, nu rijd ik voor de huisartsenpost. Ik heb dus regelmatig mensen met een hypo gezien, maar bij mijzelf onderschat ik het weleens.
Mijn vrouw steunt me gelukkig ontzettend. Zij heeft een lijst in haar telefoon met het aantal koolhydraten van dingen die we graag eten, zoals een ijsje bij McDonalds. En als ik ’s avonds chocolaatjes eet, dan is het: “Gerard, je hebt er al zes op, spuit je wel een beetje extra?”.’