Hondsdolheid (rabiës)

Rabiës of hondsdolheid is een infectie van de hersenen of ruggenmerg door het rabiësvirus. De ziekte kan bij alle zoogdieren voorkomen, zowel bij huisdieren (honden en katten), als bij vee en wilde zoogdieren (vossen, apen, vleermuizen). Het virus zit in het speeksel en kan door besmette dieren op de mens worden overgedragen.

Waar komt rabiës voor?

Rabiës komt in de meeste delen van de wereld voor en met name veel in Afrika, India, Zuidoost-Azië, China, en Zuid- en Centraal-Amerika (vooral Brazilië, Peru en Mexico). In enkele landen komt het rabiësvirus niet voor (bijvoorbeeld Engeland, Ierland, Australië, Noorwegen, Zweden en Japan).

Hoe loopt u rabiës op?

Besmetting met het rabiësvirus kan door een beet, likken of krabben van een met rabiësvirus besmet dier. Aangezien het virus in speeksel zit kan het vervolgens via de wond of een huidbeschadiging in het lichaam terechtkomen. Het kan ook via de slijmvliezen (ogen, mond) binnenkomen, bijvoorbeeld doordat iemand met besmette vingers in ogen wrijft of doordat een besmette hond iemand in het gezicht likt. In de meeste gevallen ontstaat rabiës door een beet van honden of in het wild levende dieren, zoals vossen, wolven, wasberen, stinkdieren en vleermuizen. Dieren die besmet zijn met rabiës zijn niet altijd te herkennen.

Wat merkt u van een infectie met rabiës?

Na besmetting komt het virus in het onderhuidse weefsel of in de spieren. Hier kan het virus na vermenigvuldiging via de zenuwbanen in de hersenen terechtkomen. Afhankelijk van de manier waarop de besmetting plaatsvond en de plaats van een eventuele beet, kan het daarom 2 weken tot een jaar duren voordat er klachten ontstaan. De klachten beginnen met een grieperig gevoel gevolgd door verschijnselen die worden veroorzaakt door aantasting van het zenuwstelsel (onder andere slikklachten of verlammingen), die geleidelijk erger worden. Als het virus eenmaal in het zenuwstelsel terecht is gekomen, ontwikkelt de ziekte hondsdolheid zich. Genezen is dan niet meer mogelijk en de ziekte leidt altijd tot overlijden. Bij een snelle behandeling, dus nog voordat het virus in het zenuwstelsel is terechtgekomen, is behandeling nog mogelijk.